Er zijn altijd gastronomische wendingen waar het leven je mee verrast. Ik herinner me dat mijn oma me vertelde over de ontberingen van het eten van geen andere vis dan gezouten kabeljauw toen ik jong was, omdat je je dat kon veroorloven… En nu is gezouten kabeljauw een vrij dure vis.
En nu het vijgenseizoen bijna ten einde is, schoot me een opmerking van een buurman uit mijn dorp te binnen, waarin hij vertelde dat hij onlangs een reis had gemaakt waarbij hij, om zijn honger te stillen, wat amandelen en gedroogde vijgen had meegenomen,“de chocolade van de arme man, zoals wij het altijd hebben genoemd”.
Het is nu natuurlijk bijna ironisch. Verse vijgen, een van mijn lievelingsvruchten, zijn in de grote steden bijna onbetaalbaar en thuis worden ze goed betaald, en daar ben ik blij om.
Daarom troost een handvol gedroogde vijgen in mijn tas of op de berg, zoals een vriend van me doet als hij gaat klimmen in Los Galayos, in het Avila-deel van de Sierra de Gredos, me tot op zekere hoogte.
Als je die arme chocolade nu meeneemt naar een winkel, is hij misschien een stuk duurder dan wat je ziet in een willekeurige ultraverwerkte melkchocoladereep, en het is een veel beter product.
Ik moet toegeven dat ik, zolang er verse vijgen zijn, weinig aandacht besteed aan ander fruit en ze royaal gebruik in yoghurt, in salades of ze gewoon eet met een beetje kaas.
Maar als de verse vijgen op zijn, zijn gedroogde vijgen nog steeds een onfeilbare aanvulling voor smaak, intensiteit en, in mijn herinnering, een troost die weinig andere voedingsmiddelen kunnen evenaren.