Kruimeldeeg voor appeltaart zal je geen slapeloze nachten meer bezorgen. Het zal niet scheuren, niet te droog worden, maar juist heerlijk zacht blijven. Het smelt in je mond, en niet onder de appelvulling. Ontdek deze slimme manier om het beste kruimeldeeg ter wereld te maken.
Kruimeldeeg is de meest voorkomende bodem in traditionele appeltaart. In theorie lijkt het eenvoudig, maar in de praktijk kan het tijdens de bereiding voor behoorlijke problemen zorgen. Maak kruimeldeeg voor appeltaart dat zich in de vorm laat leggen als zachte klei. Het werken ermee lijkt op knutselen voor kinderen – dankzij de goed gekozen ingrediënten, hun verhoudingen en een doordachte werkwijze.
Hoe maak je het beste kruimeldeeg voor appeltaart?
De basis is bloem. Gebruik in plaats van gewone tarwebloem, zoals iedereen, grove bloem. Kruimeldeeg voor appeltaart mag niet elastisch zijn, dus gewone tarwebloem, die meestal veel gluten bevat, wat het deeg elastisch maakt, is niet de beste keuze. Gebruik in plaats daarvan grof gemalen griesmeel – en gebruik dit altijd voor kruimeldeeg. Gebruik 400 g voor een bakvorm met een diameter van 23 cm.
Daarnaast heb je ook 200 g koude boter en 100 g poedersuiker (absoluut poedersuiker) nodig. Deze verhouding is gemakkelijk te onthouden. Gebruik voor elke 100 g bloem 1 eidooier, dus gebruik 4 eieren – zonder eiwitten, die het deeg te hard maken. Kneed dit alles met een keukenmachine – eerst zonder eidooiers gedurende 1 minuut – totdat de ingrediënten zijn gemengd. Als je met je vinger op het deeg drukt, moet het aan elkaar plakken en vervolgens verkruimelen. Voeg vervolgens de eidooiers toe en laat de keukenmachine nog een minuut draaien. De keukenmachine snijdt en mengt alles voor je – je hoeft het deeg niet met je handen op te warmen. Daarna hoef je alleen nog maar het deeg tot een egale bal te vormen en deze slim in 3 gelijke delen te verdelen:
- voor de bodem
- voor de zijkanten
- voor de bovenkant (te gebruiken als decoratief raster of als volledige bovenkant, die je met de randen van het deeg aan elkaar plakt)
Wat houdt de lepeltjesmethode in?
Kneed en plak het deeg niet met je warme handen in de vorm. Het zal aan je handen blijven kleven. Een eetlepel helpt je om het deeg gelijkmatig in de vorm te verdelen en aan te drukken. Met een lepel smeer je het deeg gelijkmatig uit, zowel op de bodem als op de randen. vanaf het bereiden van de bovenkant (in dit geval het raster).
Begin met het bereiden van de bovenkant. Leg de bodem van de losmaakbare taartvorm met de rand naar boven (de bolle kant naar beneden) op een plank. Leg er een stuk vershoudfolie op, plaats de rand van de bakplaat op de zo voorbereide rand, sluit deze en leg 1 deel van het deeg (voor de bovenkant) in het midden. Met een lepel spreidt u het deeg glad, mooi en gelijkmatig uit. Het blijft aan uw handen kleven, maar niet aan de lepel. U kunt dit voorkomen door bloem toe te voegen, maar hoe meer bloem u toevoegt, hoe minder knapperig (en hoe droger) het deeg wordt. Verwijder de rand en snijd het deeg met een deegsnijder of mes in reepjes van gelijke breedte. Haal de bodem onder het deeg vandaan om de rest van het deeg te bereiden en leg de reepjes deeg op folie minstens 30 minuten in de koelkast.
Maak vervolgens de bodem: leg de bodem met de bolle kant naar boven, leg er bakpapier op en plaats de rand van de bakplaat erop. Knip het overtollige papier af. Leg het deel dat voor de bodem bestemd is erop en strijk het geheel glad en druk het aan met een lepel. Markeer in het midden met een mes 4 kwarten van het deeg. Verdeel het deel dat voor de zijkanten bestemd is nog eens in 4 gelijke stukken. Druk elk stuk met je handen tegen de randen aan en strijk het glad met een lepel, zowel de zijkanten als de verbindingen met de bodem. Hierdoor wordt het deeg overal even dik en bakt het gelijkmatig.
Prik met een vork gaatjes in het hele oppervlak van de zo voorbereide vorm met deeg, zodat deze tijdens het bakken niet gaat bobbelen. Zet de bakvorm met het deeg voor het bakken minstens een uur in de koelkast. Hierdoor zal het niet krimpen en zijn vorm behouden. In de tussentijd kun je een vulling naar keuze bereiden: appel, pruimen volgens het onderstaande recept of peer.
Wat te doen met het kruimeldeeg na het koelen?
Na 1 tot 1,5 uur bakken we de vorm met het kruimeldeeg (nog zonder vulling) 15 minuten op 180 °C (boven- en onderwarmte). De tijd is afhankelijk van de dikte van het deeg. Bak op de middelste richel. Dit voorkomt dat het deeg niet gaar wordt. Vervolgens leggen we de vulling erop, vormen een lichte heuvel in het midden en leggen daarop reepjes deeg (vanaf de buitenrand, aan elke kant om de 2 reepjes). Na een tijdje, wanneer de reepjes iets zachter zijn geworden, kun je de verbindingen aandrukken om een ruimtelijker raster te creëren.
Het afgewerkte deeg (met het raster bovenop) plaatsen we ook in de voorverwarmde oven op 180 °C. We bakken ongeveer 40 minuten – tot de bovenkant goudbruin is. Laat het deeg in de oven afkoelen met de deur op een kier. Als het niet meer te heet is om aan te raken, haal je het eruit en laat je het volledig afkoelen op het aanrecht. Geef de vulling de tijd om in te dikken en te bezinken.
Zo bereid kruimeldeeg voor appeltaart kun je gebruiken voor je favoriete appeltaartvulling of voor een heel andere dikke fruitvulling, bijvoorbeeld pruimen of bananen met kaneel. Vergeet niet om het deeg eerst voor te bakken. Zonder dit voorbakken kan het deeg de halfvloeibare, natte vulling niet dragen – deze kan het deeg week maken of zelfs gaan lekken.