Rankings van ‘de beste dingen ter wereld’ zijn er altijd geweest, zijn er nu en zullen er altijd blijven zijn. De mensheid heeft namelijk sinds mensenheugenis een onverzadigbare behoefte om dingen te ordenen, zelfs als het om uiterst alledaagse zaken gaat. Dat geldt ook voor taarten – terwijl sommigen vasthouden aan Franse elegantie (zoals in het geval van dacquoise), anderen kiezen voor Italiaanse lichtheid (met torta paradiso), en weer anderen verheffen de Poolse degelijkheid (in de vorm van sernik) tot een voetstuk. In het noorden van Europa lijkt men echter andere waarden te koesteren – vandaar dat de Noorse “verdens beste” (dus “beste [taart] ter wereld”) de essentie vormt van de lokale levensfilosofie – en laat zien dat echte perfectie geen glans nodig heeft. Kvæfjordkake is voldoende.
Deense receptuur en Noorse geschiedenis. Over de geschiedenis van Kvæfjordkake
Kvæfjordkake ontstond in de jaren 30 van de vorige eeuw in het stadje Harstad – in de regio Troms (in het uiterste noorden van Noorwegen), waar de zussen Hulda en Anna Ottestad een café runden dat bekend stond als Alliance. De oudste zus kocht toen in een Deense banketbakkerij het recept voor een gebakje dat “kongekake” (koninklijke cake) heette. Hoewel ze daarvoor 200 kronen moest betalen (een aanzienlijk bedrag in die tijd), werd de investering, zoals de geschiedenis laat zien, legendarisch. Er waren echter wel enkele aanpassingen nodig: de zussen verving de ontbrekende amandelen door vindingrijkheid, door de hoeveelheid te verminderen en tegelijkertijd boter met eidooiers te mengen en opgeklopt eiwit met suiker toe te voegen. Zo ontstond een geheel nieuwe structuur, bestaande uit een zachte biscuit, knapperige meringue (bestrooid met amandelschilfers) en vanillecrème. Het resultaat was zo succesvol dat al snel heel Harstad sprak over de nieuwe “koninklijke” cake, die na verloop van tijd Kvæfjordkake werd genoemd, naar de naam van de familie Ottestad, afkomstig uit de gemeente Ottestad op het eiland Hinnøy.
In de jaren 70 werd het recept voor het eerst “onder de aandacht gebracht” – het werd namelijk gepubliceerd in het landelijke weekblad “Norsk Ukeblad”, waardoor het snel bekendheid verwierf in heel Noorwegen. In 2002 gaven de luisteraars van het programma “Nitimen” (op de Noorse publieke radio) Kvæfjordkake de status van “nationaal gebak”. Toen kreeg het gebak ook de naam “verdens beste”, oftewel “het beste ter wereld” – niet als een gebaar van grootheidswaanzin, maar eerder als bewijs dat iets eenvoudigs, en zelfs “gecombineerds”, meer kan betekenen dan alle luxe.
Kvæfjordkake is ook een metafoor voor het noorden – streng, maar toch zacht; minimalistisch, maar sensueel. En hoewel soortgelijke taarten te vinden zijn in Zweden en Finland (daar bekend als Britatårta en Brita-kakku – naar het personage Brity Edland, die het recept populair maakte), heeft geen enkele zo’n symbolische kracht. Want Kvæfjordkake is niet alleen een dessert – het is een verhaal over een plek waar mensen hebben geleerd om met eenvoudige ingrediënten een maximum aan warmte te creëren.
Kvæfjordkake, oftewel “verdens beste”
Ingrediënten:
Deeg (ingrediënten moeten op kamertemperatuur zijn):
- 100 gram boter
- 120 gram fijne suiker
- 4 eidooiers
- 3 eetlepels melk
- 150 gram tarwebloem
- 1 theelepel bakpoeder
- 1 theelepel vanillesuiker
Merengue:
- 4 eiwitten
- 200 gram fijne suiker
- 50 gram amandelschilfers
Crème:
- 600 ml melk
- 8 eidooiers
- 100 gram suiker
- 2 eetlepels maïzena
- 1 vanillestokje
- 5 blaadjes gelatine
- 200 ml room met 36% vetgehalte
Bereiding:
Begin met de vanillecrème. Week de gelatine in koud water; meng in een steelpan de melk, eidooiers, suiker, zetmeel en het merg van het vanillestokje. Verwarm op laag vuur tot het mengsel dikker wordt en op dikke pudding begint te lijken. Haal vervolgens van het vuur, voeg de gelatine toe en meng goed. Bedek het geheel met vershoudfolie zodat deze het oppervlak van de crème raakt; laat afkoelen en zet vervolgens in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 160 °C. Klop de boter met de suiker tot een luchtig mengsel, voeg één voor één de eidooiers toe en vervolgens de gezeefde bloem met bakpoeder en vanillesuiker, terwijl je geleidelijk ook de melk toevoegt. Verdeel het mengsel gelijkmatig over een bakplaat van ongeveer 30 bij 40 centimeter, bekleed met bakpapier.
Klop de eiwitten met een beetje zout tot een zachte schuim en voeg geleidelijk suiker toe tot het schuim dik en glanzend wordt. Verdeel het over het deeg en bestrooi met amandelschilfers. Bak 30-35 minuten in het onderste deel van de oven, tot de bovenkant goudbruin is en de meringue knapperig is. Laat het deeg afkoelen op een rooster.
Meng de afgekoelde crème met de opgeklopte slagroom tot een luchtig mengsel. Snijd de biscuit langs de lengte in twee delen (zodat je twee kleinere rechthoeken krijgt). Verdeel de crème over de onderste laag en bedek deze met het tweede merengedeel, zodat de geroosterde amandelen bovenop komen te liggen. Zet het geheel een paar uur in de koelkast, bij voorkeur een hele nacht.