Wie denkt dat de gezondheid van de botten vooral na een bepaalde leeftijd en bij vrouwen ter discussie kan staan, heeft het mis: volgens de beschikbare schattingen kan namelijk ongeveer één op de vijf mannen boven de 50 jaar wereldwijd een breuk oplopen als gevolg van osteoporose en in de meeste gevallen wordt bij mannen zelfs na een dergelijk voorval geen diagnose van osteoporose gesteld en wordt de aandoening ook niet adequaat behandeld. Maar er is een bondgenoot aan uw kant: ontbijt is goed voor de botten.
Osteoporose is een echte ziekte van het metabolisme van het bot, die wordt gekenmerkt door een vermindering van de botmineraaldichtheid en een verandering in de microarchitectuur van het botweefsel. Deze aandoeningen leiden tot een toename van de breekbaarheid van de botten en bijgevolg tot een verhoogd risico op breuken, zelfs na licht letsel. Het is een ziekte die vooral vrouwen treft: na 65 jaar treft het één op de vier vrouwen, maar ook één op de tien mannen. Osteoporose kent niet-beïnvloedbare risicofactoren, zoals leeftijd, geslacht of familiegeschiedenis, maar de ziekte hangt ook af van beïnvloedbare factoren.
De aandoening komt namelijk vaker voor bij rokers, mensen die overmatig alcohol drinken, mensen met een slechte slaaphygiëne en mensen met een zittende levensstijl. Een recent Japans onderzoek heeft aangetoond dat de ontwikkeling van osteoporose ook afhankelijk is van slechte eetgewoonten. Volgens de auteurs van dit onderzoek neemt het risico op osteoporose toe bij mensen die het ontbijt overslaan en ’s avonds laat eten.
Ontbijt is goed voor de botten: de resultaten van het Japanse onderzoek
De auteurs van het Japanse onderzoek kwamen tot deze conclusies na analyse van gegevens van 927.130 personen van 20 jaar en ouder: 45,3% van de steekproef bestond uit mannen en 54,7% uit vrouwen. Hun gegevens zijn afkomstig uit de Japanse DeSC-database: de geselecteerde personen ondergingen tussen 2014 en 2022 een medische controle, vulden een vragenlijst in over hun levensstijl en werden gemiddeld ongeveer 2,5 jaar gevolgd.
Tijdens de onderzoeksperiode werden 28.196 ernstige osteoporotische fracturen vastgesteld, namelijk op het niveau van de heup, de distale onderarm, de wervels of de humerus. Uit de correlatie van de gegevens en rekening houdend met alle factoren die vatbaar maken voor fracturen, bleek dat mensen die aangaven meer dan drie keer per week het ontbijt over te slaan, 18% meer kans hadden op een osteoporotische fractuur. Ook bleek dat mensen die vlak voor het slapengaan, dat wil zeggen minder dan twee uur voor het naar bed gaan, aten, een 8% hoger risico op een breuk hadden.
Mensen die zowel het ontbijt oversloegen als laat aten, hadden een nog hoger risico op breuken dan mensen die geen van beide gewoontes hadden. Uit het onderzoek bleek dat de botgezondheid slechter is bij vrouwen en rokers. De botgezondheid heeft daarentegen baat bij voldoende slaap en de gewoonte om stevig te wandelen. Onjuiste eetgewoonten bleken, althans in dit onderzoek, vaker voor te komen bij jongere mensen, rokers en mensen met een zittend leven. Dit onderzoek sluit aan bij andere onderzoeken die benadrukken dat osteoporose een ziekte is die verband houdt met levensstijl.
Een goed ontbijt: de richtlijnen van SINU-SISA
Onlangs hebben de SINU (Italiaanse Vereniging voor Menselijke Voeding) en de SISA (Italiaanse Vereniging voor Voedingswetenschappen) een document over het ontbijt opgesteld, waarbij ook rekening is gehouden met de richtlijnen voor gezonde Italiaanse voeding. In het document wordt het nutritionele en metabolische belang van de eerste maaltijd van de dag benadrukt, waarbij wordt gewezen op het feit dat het gewoonte om te ontbijten de ontwikkeling van een adequate voedingsstatus en het behoud van een goede gezondheid op lange termijn bevordert. Het ontbijt is de eerste maaltijd van de dag die het nachtelijke vasten doorbreekt: het moet kort na het ontwaken en vóór het begin van de dagelijkse activiteiten worden genuttigd.
Het calorische gehalte ervan moet tussen 15 en 25% van de dagelijkse energiebehoefte liggen (30% als er geen tussendoortje wordt gegeten) en moet een variabele samenstelling hebben, maar wel ten minste twee (bij voorkeur drie) voedingsgroepen bevatten, voornamelijk granen, vers en/of gedroogd fruit, melk en/of zuivelproducten.