Sophie Coindre dankt haar overwinning aan de smaak van haar knapperige frietjes. Om ze te bakken, zweert ze bij dit product…
Als het om frituren gaat, kan men zeggen dat Sophie Coindre haar mannetje staat. Deze fysiotherapeute van rond de veertig jaar is op zaterdag 27 september 2025 net uitgeroepen tot “wereldkampioen frietjes bakken”. Ze heeft het wel van een goede leerkracht geleerd… Voordat ze zich in de Elzas vestigde, groeide Sophie op in Luik, in het “vlakke land” met duizend-en-een frituren. Het kampioenschap, georganiseerd in Arras, bracht alle liefhebbers van frietjes samen, zowel amateurs als professionals. In de categorie “familiefriet” sleepten Sophie en haar partner Jean-Denis de eerste prijs in de wacht, de enige in de amateurcategorie. In een video van de krant L’Alsace onthult ze haar kleine geheim.
Eerste tip? Kies een aardappel van goede kwaliteit. Sophie Coindre kiest voor een ras uit haar eigen streek: de “Marabel” uit het dorp Meistratzheim. Deze bloemige aardappel is perfect voor het maken van frietjes, maar Bintjes zijn ook prima. Onze kampioene raadt aan om de schil te behouden, die ze zorgvuldig in een bak met water schrobt. Ook de grootte van de frietjes is belangrijk: Sophie snijdt plakjes van 8 millimeter dik, die ze vervolgens in stukjes snijdt. Laatste aanbeveling van onze expert: was de frietjes niet met water tussen het snijden en het eerste bakken. “Als je ze niet in water doet, behouden ze hun zetmeel: dat zorgt voor de korst!”, legt ze uit. Het is beter om ze met een theedoek te drogen.
Om haar wedstrijdfrieten te bakken, gebruikt Sophie geen zonnebloemolie of koolzaadolie. De titelhoudster geeft de voorkeur aan een product dat vroeger veel werd gebruikt… namelijk reuzel! Dit varkensvet, dat in het koelvak van elke supermarkt te vinden is, geeft de frieten van Sophie een unieke smaak. De kampioene geeft aan dat ze biologische reuzel koopt, bij voorkeur bij de slager om de hoek. Sophie dompelt de frietjes vervolgens onder in kokende reuzel, voor een eerste bakbeurt van 10 minuten op 140 °C.
Daarna laat ze ze een paar minuten rusten in een slakom. Maar ze legt uit dat “normaal gesproken de wachttijd tussen de eerste en de tweede bakbeurt erg belangrijk is”. “Hoe langer, hoe beter!”, voegt ze eraan toe. De aardappelen gaan vervolgens voor een tweede keer in de frituurpan, dit keer op 180 °C. Als de frietjes mooi goudbruin zijn, is het tijd om ze eruit te halen. En dan, net als de jury van het kampioenschap, ervan te genieten.